——— G a s t e n b o e k   ———

 

2010-06-20

Anton
Als je hardloopt en dat ook nog eens bij Dynamica dat staat de naam Anton voor iets en iemand zoals Anton S., een atleet van het 1e uur en een vaste en onmisbare schakel in de raaplijn van het clubblad (als dat ten minste in Middelburg wordt samengesteld). Of voor Anton E., de man die als geen ander weet hoe het menselijk lichaam in elkaar steekt, hoe spieren werken en er vaak inslaagt om blessures te (laten) genezen. Maar vanavond bedoel ik met Anton natuurlijk Anton Goudsmit, de onovertroffen gitarist van the Ploctones maar ook van the New Cool Collective. Gisterenavond live in Club Zonnemaire in Zonnemaire, eigenlijk de aardappelschuur van de culturele boer Jaap Verseput, die voor het zoveelste jaar ook dit jaar weer uitpakt met een prachtig programma in en rond zijn erf en over heel Schouwen-Duiveland. Vrijdagavond begon de editie 2010 van Giro de Picnic en het culturele feest duurde tot en met vandaag met een ware culturele fietstocht. Helaas werkte het weer met die koude NoordNoordWestenwind niet echt mee. Ik ben alleen gisterenavond naar Club Zonnemaire geweest. Ik kwam wat later en maakte nog net het einde van het concert van DAAU mee, voluit staat dit voor Die Anarchistische Abendunterhaltung. Nu heb ik wel iets met het idealistische karakter van die stroming. Ik heb tijdens mijn studententijd een aantal boeken van Bakoenin en tijdgenoten gelezen maar helaas is de mens niet zo sociaal en vredelievend dat we het zonder overheid en orde kunnen doen. De muziek van DAAU leek ook zonder voorafgesproken lijnen te verlopen maar dat is veelal natuurlijk niet het geval. Het was een bijzondere bezetting met viool, cello, klarinet en accordeon en bijzonder was ook dat je na het concert dit al op CD kon kopen!

De 2e act van de avond was het jazzorkest van I Compani o.l.v saxofonist Bo de Graaf met hun project Last tango in Paris. Voor degenen die deze film van Bertolucci uit 1972 niet kennen, bij het uitkomen ervan was het al een controversiele film met in de hoofdrollen Marlon Brando en Maria Schneider, een voor elkaar onbekende man en vrouw die een heftig relatie krijgen en die ook op een heftige manier eindigt. De vele blootscenes en andere scenes veroorzaakten nog al wat opschudding. Last tango in Paris wordt nu als een cultfilm gezien. De muziek bij de film was gemaakt door de Italiaanse saxofonist Gato Barbieri en het is met name deze muziek die de componisten van I Compani inspireerde tot het maken van nieuwe composities of tot variaties op de thema's. Een mooi concert met uitstekende musici, jammer dat een deel van het publiek het belangrijker vond met elkaar te staan praten en niet te luisteren. Bij de zachtere delen was dit zeer storend.

En als laatste act stonden the Ploctones geprogrammeerd. De groep met Anton Goudsmit op gitaar, Efraim Trujillo op sax, Jeroen Vierdag op bas en de fenomenabele Martijn Vink op drums. Dit kwartet trad al eens eerder op in Club Zonnemaire in 2007. En het filmpje achter de volgende link geeft een impressie van de kracht van deze groep:

http://www.youtube.com/watch?v=nw2RHOOZSNY&feature=related. Evenals in 2007 begonnen ze nu ook met Cold shot en de sfeer zat er meteen goed in. Een prachtig concert met fabelachtig gitaarspel van Anton. Het is niet alleen een feest naar zijn spel te luisteren maar ook te kijken want de wijze waarop hij de akkoorden pakt is echt ongelooflijk. De eerste helft van het concert kon ik dat nog prachtig zien, de 2e helft werd de front voor het podium overgenomen door een groep jongeren die de muziek zo aanstekelijk vonden dat er stevig op gedanst werd. Jammer voor het zicht maar toch ook weer mooi dat de muziek van the Ploctones ook jongeren aanspreekt. Het concert en de toegift vloog voorbij en ik had het gevoel dat iedereen nog wel zin in meer had. Maar het was intussen al ver naar middernacht en een 2e toegift kwam er niet. Na een lekker stukje boerenquiche toch maar de auto opgezocht en in de stromende regen naar huis gereden, ik kijk weer uit naar editie 2011 van de Giro de Picnic!
Uit: VKBlog, cult and run van Jack van Aspert : http://www.vkblog.nl/blog/2256/Running_culture

 

2008-06-25

Met de geur van zonnebrand ben ik onmiddellijk op reis. De blik vooruit luisterend naar het riet. Zien hoe de zon in golven glinstert over de ruggen van de rietstengels in plaats van zoeken naar een harig okseltje of een kort of juist weer lang tongetje. De begeerte van het weten heeft me de laatste tijd gehersenspoeld en ik kan bijna niet meer wandelen zonder zachtjes zoveel mogelijk te benoemen, soorten scoren bij de plantenwerkgroep.

Het maïs staat kniehoog, maar wat een krachtige bladeren, wat een potentie. Geen grotere tegenstelling mogelijk dan met het buurveld vol hooggevoelig vlas. En wat een beroering in hun trillerige kopjes. Precies rond lunchtijd op de picknickplek ‘de tien geboden’ van Lex en Barbara, nu naast een bloeiend aardappelveld. Het aardappelbloempje: zijn stevige oranje stampers, de wittige - al een beetje verdroogde - bijna transparante kroonblaadjes strak gespannen als een teer windschermpje er omheen. Tussen het graffel staat overal uitgebleekte witbol te bloeien. Dit is van alle tot nog toe gerealiseerde picknickplekken op Schouwen-Duiveland de meest agrarische. Het wijdse uitzicht op Noordwelle, de plompe toren en terugkijkend op de kerk van Haamstede. Ingeklemd tussen twee drukke wegen, dat wel helaas. Maar behalve het vervreemdende zicht op de larven die in de verte langs de horizon kruipen staat de wind gunstig en hoor ik niets anders dan zijn heftig gehijg en gefluister. En wanneer er alsmaar diep voor mij gebogen wordt en ik door een opwaaiend stuk karton wordt ingehaald is het toch zeker windkracht 6. De vogelverschrikker veegt als een Chinese danseres met lange stroken stof uit haar mouwen de vogels van het veld. Een schuimende sloot wiens oever bedekt is met het spinrag van verdroogd gras.

Nadat ik bij de Schelphoek de Provinciale weg ben overgestoken dwaal ik een tijdje rond langs haar door algen begroeide, wollige oevers. Kan niet ontsnappen uit het doolhof vanwege de onaantrekkelijke dichte wanden van schouderhoge brandnetels en kleefkruid. Ik kom weer op de Stolpweg uit, niet veel verder.

Eenmaal de dijk over kom je in een totaal andere wereld, lopend tussen uitgekauwde krabbenpoten, duizenden pierenhoopjes en over knerpend zeewier, dat met korte knalletjes de winter aanroept. Het is laag water en je zou zo naar een zandplaat kunnen lopen ware er niet een verbodsbord midden op zee. En wat een heksenketel op eens; hijskranen, stofwolken.... Basaltblokken worden weggehaald en aangesleept, dijkverzwaring. Levensgevaarlijk staat er op een bord, maar natuurlijk niet als je even over het hekje klimt en de dijk neemt. Voor mij speciaal kaalgeschoren, maar wat kan je uitglijden op dat droge hooi. Nog tot de picknickplek van Erik Odinot blijft de teerlucht meewaaien. De tafel is veranderd sinds de vorige keer. In de holtes beginnen korstmossen te groeien en het hunebedgevoel wordt steeds groter. Daar mijn laatste boterhammetje gegeten met het grote voordeel dat je zo kan gaan zitten dat je ook een steuntje in de rug hebt op net de juiste hoogte. Daardoor wel het zicht verliezend op bloemenweelde en broedvogels. Maar zo heb ik de wind ook achter me, die - echt waar - mijn thermoskannetje van tafel blaast en ook mijn brillentouwtje zo strak dat het begint te irriteren.

Me net afvragend waarom sommige schapen geen staartje meer hebben - zo’n zielig gezicht om direct in hun kale konten te kijken - als twee grote sterns, die eigenlijk heel klein zijn, met veel spektakel een stuk grotere meeuw achternajagen.

Na Heerenkeet heb ik dankzij het verbodsbord het fietspad langs de Oosterschelde lekker lange tijd voor mij alleen tot ook ik voor de dijkverzwaring moet wijken en alsnog een tijdlang langs de Provinciale weg loop. Wat een drukte, maar ik troost me met de gedachte dat onze zoon Daniël daar 5 jaar lang, 2 x per dag langs heeft gefietst, dus ik mag niet zeuren. Nu is mijn plantenbenoemspelletje een mooie afleiding en er is ook aardig veel variatie te ontdekken in de berm. In Zierikzee loop ik langs het huis van de maakster van de nieuwe picknickplek ‘volkstuintje op zee’, het eigenlijke doel van deze dag. Heerlijk even bijkomen met thee en taart.

Als ik onderaan de dijk van de weg naar de Zeelandbrug loop waan ik me - met oren dicht weliswaar - in Zuid-Frankrijk; de geur van hooi in horizontale banen uitgestrekt, strakblauwe lucht met wat witte bonkjes in de verte. Zwarte vogels boven goudgeel graan, met ogen tot spleetjes zit ik midden in een Van Gogh.

Even over de dijk slaat de wind je tegemoet, schuimkoppen op de golven. Een paar schaapjes staan op de witte schelpen en drinken zeewater. Alleen de schemerlamp is nog zichtbaar. Wat een contrast met afgelopen zondag toen deze picknickplek officieel werd geopend en er een massa mensen over het uitgestrekte slik schoven. Nu alleen met zee en wind. We hebben aan de voet van de dijk gegeten. Rinie had op mijn verzoek ook laarzen en zwemspullen meegenomen. Maar het was koud en ik stijf van toch bijna 7 uur lopen. En dan zwemmen met kaplaarzen aan? De tafel als duikplank gebruiken? Maar wat een plek!! Zo Zeeuws, een prachtige aanvulling op de andere picknickplekken. Ook een heel goede locatie wat betreft de verdeling over het eiland, als tussenstop op weg naar ‘zingend zand’ van Hendrien. Bedankt Dieuwke voor deze nieuwe picknickplek en prachtige dag, waar jij voor de aanleiding hebt gezorgd.
teja van hoften


17-07-2007
Een unieke vertoning, midden in het graanveld
Klik hier voor meer >>>>>>>>>>>>


 

23 en 24 juni 2007
Een stormachtig weekendje

Van de ene graspol op de andere hoppend kwamen we met droge voeten bij de bungalowkas van Annemieke Fanoy, die midden op de akker stond te klapperen. Eenmaal binnen was het een heel aangenaam, transparant huisje. Op het veldbed gezeten kon je de stekkies als volwassen bomen aan de horizon plaatsen of in een van de informatieboekjes opzoeken hoe je natuur kon verzamelen, planten en beesten preparen of smakelijk klaar maken. De verwondering over de veelheid van het kleine. Ordenen als overlevingsprincipe.
Erna de weersgesprekken bij Noordgouwe maar overgeslagen, want het voorspelde niet veel goeds en de band Cosmix was dan ook uitgeweken naar het café. Je stapte plotseling de nacht in, jazzy swing met een prachtige trompettist zonder trompet, eigenlijk de bassist als mondtoeteraar en op de achtergrond het geroezemoes achter de bar.
Ondanks de motregen is het buiten toch een heel andere belevenis en al fietsend ervaar je zo’n route ook totaal anders; zo’n stille performance van de was op hangende mensen. De little ponys, die we bijna omver liepen ware het niet dat de muziek ons leidde. De Foto’s op de dijk, die bewegingen registreerden. Hoe de vliegen de winterse ramen van de caravan van Bianca Runge vervreemden net als het droste effect van de foto’s van Denz de Kroon.
Nog moeten haasten voor de barokpuppies met hun prachtige lichtbeelden van b.v. rennende figuren door een hoog gewas. Vioolmuziek met humor.

‘s- Avonds de opening van de foto-expositie. Hoe Teun Hocks voor god speelt. Als je bij het bordje stond liep de horizon door door de foto, exact de juiste afstand ten op zichtte van de weg, droomachtig verstild. Zo ook het keukenuitzicht van Desiree de Baar, de poëzie van het alledaagse. Maar voor het stripverhaal van de Nooijers en eigenlijk ook bij mijn eigen werk vond ik de afstand tot de weg helaas te groot, zou je er meer met je neus boven op of zelfs midden in willen zitten. Maar de meeste foto’s doen het goed in de akkers en geven je een echte ruimtebeleving, een wereldreisgevoel maar dan dichtbij.

Bij beide bands werd er lekker gedanst, maar vooral bij Goudsmit was er geen houden meer aan en ook de filmbeelden van de kijkbuiskinderen werkten goed mee aan een super swingavond.

De volgende dag ondanks goede voornemens weer per auto. Cafe con Leche met gezellige ska- salsa -gypsy uit België, waarbij ik onder de paraplu zelfs heb gewalst. Erna nog even langs ‘tegen elk aannemelijk bod’, waar we ieder aan onze eigen koptelefoon een ander verhaal hoorde over melancholie en spijt, herinneringen die je niet zo maar van de hand doet.
Langs de Kloosterweg een prachtig beeld van twee mensen in een zelfde blauw regenpak, tegen over elkaar zittend in een gele container in de stromende regen. Wat gebeurde daar?
Zelf ook de ladder beklommen. Een bak vol klei en aardappels, een paar primitieve krukjes, een kist waar vreemde geluiden uit kwamen; ‘de tocht der verloren wormen’ En die mensen, dat waren gewoon echte festivalgangers die van de ene plek naar de andere fietsten in plaats van zoals wij met de auto proberend zo veel mogelijk van alles te zien. Want dat zou mijn enige kritiek op dit weer unieke festival zijn, te veel, te veel om alles te kunnen mee maken en tegelijkertijd niks willen missen.
Zoals Limonella met een fantastisch, smaakvol concert en dito enthousiaste tapdanseres.
Eigenlijk weet ik niet goed wat ik allemaal nog meer gezien heb, behalve dat ik bij de Antwerpse fanfare in de schuur overdonderd werd door vermoeidheid. Maar wat had het een mooie afsluiting geweest, iedereen dansend achter de stapvoets rijdende scheepsauto langs de fototentoonstelling en meteen ook een goed begin van de expositie, die helaas de tweede dag al plat moest wegens extreme windverwachtingen. Maar voor deze drive-in expositie kunt u de tijd nemen en er nog tot 25 augustus van genieten.

teja van hoften


16-07-2007
Artic picnic, een wat verlate terugblik
voor meer klik hier >>>>>>>>>>>>>>


22-06-2007
Van Tiengemeten, Ufo's tot badeendjes
voor meer klik hier >>>>>>>>>>>>>>


07-08-2006
Zaterdag met Rinie gaan wandelen, de ronde van Schouwen. Begonnen bij de Vroonweg waar twee dollende konijntjes hoog tegen elkaar opsprongen. Bij Renesse was een reuze dobber aangespoeld met reflectoren, die het tot een enorme mikadostok maakte, een verzwaard onderstuk, de vlag aan top. Nog een klein stukje meegesleept als leuk trofee voor Gerard, groot verzamelaar van eigenlijk alles wat verzamelbaar is. Maar het was wat al te looïg helemaal tot Scharendijke. Daar wel een kopje thee gedronken, waardoor de boterhammetjes wat gemakkelijker wegspoelden. Maar van het strand kom je bijna nooit met lege handen thuis; kaktuswier, een veertje door olie prachtig exotisch geel gekleurd, een zeenaald. Dat is zo’n rare vis met een lange kromme staart. Hij heeft iets weg van een zeepaardje; dat lijf wat uit een soort legoblokjes lijkt samengesteld en die lange, hoekige snuit. Bovendien zwemt hij ook rechtop wist mij een duiker bij de Brouwersdam te vertellen. Een prachtig exemplaar van zeker 30 cm. lang. Ik ga proberen hem te drogen, maar heb hem voorlopig even bij Gerard en Lia achtergelaten.
In de haven huilde de wind tussen de masten en spiegelde de schittering van het water op de scheepsboegen. Zijt gij bereid? Bij het toegangshek van het kerkhof een groepje buitelende spreeuwen. Alweer verzameldrang voor de grote trek naar het zuiden? De wind deed het gras tegen de dijk opflakkeren. De schapen leken met de donkere vlekken bij hun neus opeens vierogig. Bij Jaap kwam zijn vader en vriend met mooie jachtverhalen. Er bestaat vast ook zoiets als jagerslatijn. Nog lekker buiten kunnen eten met uitzicht op de bomenrij van de Veerdijk. ’s-Nachts het door de storm knarsende en knerpende raam voor een opkomende verkoudheid van Rinie aangehoord. Maar halverwege opeens toch begrepen dat het gelukkig eenvoudig te verhelpen was.
De volgende dag tot 11 uur nagetafeld van het ontbijt. De doorgeschoten sla van de buurman zag er prachtig uit met zijn donkerrode piramidevorm. Ook de bruine paarden kleurden mooi tussen de zuring in de akkerranden. We liepen bij de Zonnemairsedijk boven langs en opeens was daar links een groep grijswitte paddestoelen, die met hun mooi gewelfde hoeden op dunne steeltjes uit de dijk staken. Ze bleken heerlijk comfortabel deze ergodynamische tractorzittingen, waarmee je ook nog kon draaien om zo de horizon af te kijken, genietend van het leven op de Grevelingen en na op de knop gedrukt te hebben ook van een stuk Zeeuws verleden; kwajongensverhalen van een landarbeider die alsmaar vond dat hij veel verdiende, maar weinig had gekregen en dus met boeren slimheid alsnog zijn extraatjes wist af te dwingen of het nu om poffertjes op de kermis ging of een borreltje van de kleermaker, als loon voor het vangen van diens varken, die hij natuurlijk wel eerst zelf had losgelaten. De verhalen werden afgewisseld met poëtische flarden tekst uitgesproken door een kind over “ kleine golfjes klokken tegen mijn nek, bootjes aan de horizon, ik hoorde alles, alles ruizen….” Het intensiveerde ook het geruis om mij heen.

Maar het zondagse klokgebeier stuurde ons weer verder. Weg van deze picknickplek van Hendrien. Langs de ringdijk van de Dreischorse polder tussen talloze witte vlindertjes met zwarte stipjes op hun vleugels. Trouwens vergeten Jaap te vragen wat al die omgekeerde jerrycans op paaltjes bij de verschillende percelen eigenlijk doen? Op eens was de weg bezaaid met sneeuwvlokjes schapenwol, een restje scheerpartij? Over de oude polderdijk loop je hoog boven het landschap en leek een groep van 9 hoge populieren de weg over te steken, maar ze stonden langs een lager gelegen weggetje. Lief veulen met zijn dikke wasberenstaartje. De schaduwen van een rijtje bomen hingen als was aan de lijn keurig op een rij over de dijk.
Langzaamaan was het die middag steeds warmer geworden en in Zierikzee bij Maria konden we weer buiten aan tafel aanschuiven en hoorden het levensverhaal van deze wereldvrouw; Spaanse zigeunerin, Tibetaanse pelgrimme, Incavrouw of Chineesje, ze bleef een prinses met haar torenkamer, hemelbed, bibberig oud glas.
Later de volgende dag zag ik in de karrevelden de zachte, warme kleuren van Gerrits schilderijen terug die haar hele huis bevolken. Paars van de zeeasters. Toen ik nog één keer achterom keek zag ik een zeiltje het landschap traag in stukken snijden. De wind floot in mijn oren. Aan landzijde was een bultrug gestrand, een grote zwarte vorm met gekleurde linten waar zwarte autobanden aanhingen. Langs de fjorden van Zierikzee kwamen we bij de aaltjesgoot. Zouden die palingen het echt maar één keer doen, paren bedoel ik. Wel super romantisch toch, eerst helemaal naar de Sargassozee zwemmen, omdat je daar alleen verliefd kan worden. Erna gewoon sterven, terwijl jouw talloze kindertjes helemaal de oceanen over moeten om daar vanuit de Oosterschelde tegen de stroom in een dijk over te zwemmen om eindelijk in de Nederlandse sloot terecht te komen om aan te dikken en dan begint de reis opnieuw naar het Mekka van de palingen.
Langs de Inlaagweg werd er druk landje verplaatst, allemaal jongens met hun tractortje of vrachtwagentje heerlijk geulen graven en dijkjes bouwen. Op de bruine afgegraven stukken een hele meeuwenkolonie. Dit alles werd bestudeerd door het telekanon, dat uit een autoraampje stak.
Bij de Schelphoek binnen langs tussen menshoog riet, bramen en bomen om de wind en regen te omzeilen. Maar de regen viel gelukkig erg mee en bleef slechts een beetje prikken aan mijn kuiten. De blaren waren vervelender, drie op één teentje. Die zal er straks ook wel uitzien als een geplette braam, rood en gerimpeld in zijn eigen vocht. Ik heb net nieuwe wandelschoenen gekocht, hele lichte en gegarandeerd waterdicht. Waarschijnlijk ook van binnen uit. Zo veel spijt van dat zogenaamd ademende goretex, normaal nooit last van zweetvoeten. Om vijf uur weer thuis van een mooie driedaagse met zeer afwisselend landschap; duin en strand, boeren bouwland, dijken en inlagen, bos en polder.

teja van hoften


16-07-2006 's-avonds tussen 19.30 en 22.30 uur

“U bent als bezoeker mede verantwoordelijk voor dit natuurgebied. Als u helpt deze in stand te houden draagt u bij aan het behoud van leven op aarde.” Dat is nogal wat, deze taak die Staatsbosbeheer je daar geeft bij het begin van de Vroonweg, nu een mooi onverhard pad dat naar Renesse slingert.

De wind spreidde zijn vingers en duwde het gras op en neer met een kalmerend gebaar, rustig maar. En ik vond het heerlijk……… eindelijk fris genoeg om me zelf te activeren na een hele dag met stoel en boek van schaduw naar schaduw door de tuin geschoven te hebben.
Een ridderpaard met zelfs een kap over zijn kop, geblindeerd, gemummificeerd. Alleen zijn oren, poten en een stukje staart staken uit wat mij toch wel een erg warm pak leek. Zou hij ziek zijn en worden geïsoleerd om zo de anderen niet aan te steken?
Een zwevend blauw gloeistokje.
Hoe weidser het land hoe rechter op je loopt, zelfs mijn schaduw probeerde over de horizon te kijken.
De lage zon op het gele St. Jacopskruiskruid.’t Diepe, Golfslag, Getij …op eens weer volop in het dorp. “Warum bist du immer so motzig?” Grote agave langs de autoweg, een folder ‘family fun house’, de geur van vers hooi en op eens zie ik daar een buizenhuis getekend.(de picknickplek van Albert Geertjes aan de Helleweg) Een huis moet je beschermen tegen regen en wind of tenminste tegen de blikken van de ander, een plek om je terug te kunnen trekken, maar hier is niets van dat alles. Het is als een lichtblauwe, bijna immateriële spiegel. Boven op het golvend dak - of is het dek - waan je je aan de railing van een wankel schip en de prachtige schijtpatronen van de meeuwen, die hier blijkbaar pas ook hun picknick hadden, versterken dat alleen maar. Beneden het zwartgeblakerde hart in het zwarthouten tafelblad, sporen van een picknick, materiaalonderzoek of heus vandalisme zo dicht bij Renesse? Nu hondenuitlaat plek. Er komt een busje aangescheurd. De eigenaar blijft een sigaretje roken in zijn deuropening terwijl de honden hun blijkbaar bekende rondje doen. Ik vlucht weer even het dak op, maar ze zijn al weer gauw terug in de auto en verdwenen. Ook ik ga weer op huis aan, nu langs de Lage Zoom, waar de kleuterkievieten nog een rondje rennen en een gouden bijna 17e eeuws licht alle blaadjes van de bomen beschijnt. Terwijl ik probeer de plompe toren steeds op een ander gebouw te zetten, een rare schoorsteen op de boerderij, een gekke paal aan dat huis, ben ik voor ik het weet weer thuis.

teja van hoften


Voor een aantal reacties op het internet naar aanleiding van de Giro de Picnic 2006 klik op Mijn eigen Delta-Plan of Giro de Pic-Nic 2006, een impressie


06 – 06 – 2004

Onder luid klokkengebeier verliet ik gehaast ons huis. Te lang getut met hoedjes en lippenstift, ging tenslotte een kerkdienst bijwonen. Maar het moest ook een beetje comfortabel blijven. Het beloofde een warme dag te worden en ik wilde van de ene picknickplek naar de andere lopen. Waar het zo kort geleden nog maar een groen waasje over de akker was, rammelde het volle graan nu in zijn aren en leek de boerderij tot zijn knieën er in weggezakt, het weggetje er naar toe niet langer zichtbaar. Wat is het leven weer voortgesneld, terwijl ik achter de telefoon en computer me druk maakte om drukkers, tentoonstellingen en ander gedoe. Een zwerm wielrenners vloog voorbij en op eens verraadde het geschitter van de zon in autoruiten dat er in de verte iets aan de hand was. In een cirkel op een hoek van het land stonden en zaten mensen, luisterend naar 3 wijze mannen, die ons aanmaanden vooral toch onszelf te zijn, worden wie we altijd al geweest waren – elkaar respecteren i.p.v. tolereren, wat ook iets negatiefs in zich heeft – tevreden proberen te zijn in het hier en nu i.t.t. het consumentisme, wat hebzucht en jaloezie in de hand werkt. De tien geboden om te mediteren op het goede in de mens. Lex vertelde hoe vroeger deze overgebleven hoeken van het veld voor de vreemdelingen waren. Ik dacht meteen dat moeten we weer in ere herstellen en zag overal vrije (paal-)kampeerplekjes bij akkers en weilanden. Maar blijkbaar mochten zij, de allerarmsten en vreemdelingen daar hun eigen voedsel verbouwen, een vorm van naastenliefde.

Uiteindelijk met veel mensen even gepraat, zodat ik een lift naar Erik niet afsloeg. Daar verschillende krukjes uitgeprobeerd tot ik die vorm vond, die perfect bij mijn billen paste. Lekkere stralingswarmte en een prachtig uitzicht op de foeragerende lepelaars.

Om de sprekers te beluisteren onder aan de dijk als een echte fakir op het harde stoppelbed gaan liggen. Maar ik liet me telkens weer af- en verleiden door mijn kleine buurman, baby Luuk, die met zo’n ongelofelijke aandacht en concentratie een grassprietje alsmaar opnieuw bekeek en door zijn handjes liet gaan. Ik had mijn sokken en schoenen uitgedaan en doezelde een beetje weg op dit eerste heerlijke dagje buiten. Maar opeens schrok ik op door een koude glibber langs de buitenkant van mijn linkervoet, een regenworm. Wat had hij nou in die bloedhitte zo bovengronds te zoeken? Het contrast tussen beide dichters was mooi en soms ook erg grappig, die bloedserieuze bedachtzaamheid tegenover die schijnbare nonchalantie. Weer op weg, naar Den Osse waar Wido zijn blauwe gebouwtje heeft. Het was flink heet. Bij de Slikweg waren ze aan het teren geweest en de lucht brandde aan mijn longen en benen. Via de akkerrand geprobeerd terug af te steken naar de Zwaardweg tot een brede sloot mij weer terugstuurde. Midden in het water stond wijdbeens, de armen gespreid heel stoer een vogelverschrikker, het stro als borsthaar uit zijn overall puilend. Toen ik langs de Delingsdijk liep was ik toch wel erg blij met de lift van Jacques zodat in een mum van tijd een verse bries van over de Grevelingen me weer wat kon verkoelen. Sprekers, nog meer gedichten, heerlijke son muziek en een lekker drankje vervolmaakte deze dag. Het is zo prettig om dichtbij huis op reis te gaan, je omgeving anders te beleven. Het was een mooi cadeautje deze dag.
teja van hoften


11 - 05 - 2004



22 – 04 – 2004

Ondanks mijn behoefte aan wijdse ruimte hechten mijn ogen zich vooral aan details. Kleven aan klein leven en ontdekken hele solvatorenvelden in de blubberpatronen van de sloot langs de Bouwmansweg, het lava van de lage landen. Het is daar zo’n open landschap waar de dorpjes je al van verre tegemoet komen, dat ik vanzelf af en toe houvast moet zoeken op de grond, het strakke ritme van de aardappelvelden. De kleine sprietjes zomertarwe, die je eigenlijk pas opmerkt doordat ze samen een groene waas over het land leggen, eentje onder alles zijn , samen sterk. De paardenbloemen paarden wei. Waarom heten paardenbloemen eigenlijk zo? De paarden zijn er niet echt dol op, anders stond het er niet zo vol mee. Esthetisch is het zonder meer, zo’n groene wei met van die knalgele bloemen tussen de bruine paardenbenen, meisjesgenot. En opeens zijn daar de steenblokken van Lex tegen de skyline van Noordwelle. Het is typisch een mooi - weervoorziening want elk zonnestraaltje zal je voelen, maar ook ieder zuchtje wind vangen. Terwijl ’s-morgens de stenen nog lekker koud zullen zijn om af te koelen van een fiets-, skeeler- of wandeltocht stralen ze ’s-avonds de overdag opgeslagen warmte uit. Maar met zo’n zomer als vorig jaar moet het lukken. Het is vanaf ons huis net een mooie avondwandeling en ik hou van een doel in mijn leven.
teja van hoften

 

15 - 04 - 2004

Over de Lage Zoom richting Renesse gelopen. Door de polder ben je meestal op wielen, zo niet met de auto, dan toch minstens met skeelers. Al lopend heb je meer last van de lawaaierige streep van de nieuwe Verdeelweg, maar je merkt ook andere dingen; hoe het landschap in vogelvakken was verdeeld alsof in het ene veld alleen de kiviet bloeide, terwijl het volgende donker van bruine vogels was. Spreeuwen? Zo'n grappig rode speelgoed tractor met een meeuwenwolk achter zich aan, terwijl hij met een grote vork hun hapje prakte. Een kaal stuk land, waar het velletje afgestroopt was, een schoonheidsbehandeling of verjongingskuur? Ach gewoon een graszoderij.
Na de Brouwersdam kon ik eindelijk langs water lopen. Bij de haven van Scharendijke kreeg ik al pick-nick behoefte, een gigantische mooi gebutste boei met bankje er omheen, geschonken door de watersportvereniging, zag er ideaal uit. Maar dat kwam voornamelijk omdat er al iets begon te knagen. Dapper doorgaan, anders was ik niet op tijd bij mijn echte pick-nick afspraak. Aan zeezijde van de muraltmuurtjes minder brandnetels. Maar het viel niet mee zo zonder schapenpoten alsmaar scheef. Een echt vliegenparadijs tussen alle keutels en uitdrogende wieren. Mijn ogen deden pijn van het schelpenwit. Opvallend veel muiltjes en toch ook nog wel platte oesters. Een heiig zonnetje, broeierig zweet tussen neus en bril. Klokkegebeier in de verte, de rustig kabbelende ademhaling van het wier aan de oever. Het rook naar slik en slijm. Op de schelpenbank zat een Aalsscholver zijn vleugels te drogen. De winterpostelein stond al in volle bloei, elk bloemetje in zijn rondgevouwen blaadje een boeketje op zich. De grote-witte-onderbroeken-hommel was er ook weer. Zijn naam weet ik niet meer, maar wel dat er ook hommels zijn die geheel naakt vliegen, de verhalen van de natuurouders om de kinderen bij de les te houden, maar waar ging het ook alweer over? Na het haventje van Den Osse nog steeds geen lichtblauw veelhoekig gebouwtje en opeens zie ik een stukje boven de dijk uitsteken. De verrassing is groot als je binnenkomt, de blauwe verte door de gekleurde ramen. Buiten was me het helemaal niet opgevallen dat het glas gekleurd was. De spiegel in het plafond, die jezelf ook de ruimte in trekt. De zwaluwnesten, die je ook het gevoel geven dat dit gebouwtje een beetje binnenstebuiten zit. De naden aan de buitenkant. Het was prachtig, alleen heb ik me niet aan het recept gehouden en was reuze blij met de pan pasta, die we buiten op het bankje picknickte. Vandaag toch ook uren achter de computer gezeten, om 3 uur hield ik het niet meer uit achter de gesloten luxaflex en eigenlijk heb ik het gevoel een dagje extra te hebben geleefd, ook nog op vakantie geweest.
teja van hoften


 

08-03-2004

 


Ben vandaag bij de picknickplek van Erik afgezet en naar huis gelopen in de koude noordooster.
Wil van alle picknickplekken uit naar huis lopen en misschien ook van de ene plek naar de andere als een soort route. Mooi om een doel te hebben, je geeft weer (extra) zin aan mijn leven Jaap, bedankt. Ben zelf heel erg weersgevoelig en daar staat mijn dagboek vol mee.
Welnu:
19-02-2004

rechts steekt er hier en daar een vlammende takkenbos boven de groene dijk uit links het schuine asfalt; rond de barsten kussentjes mos als toefjes slagroom, die met oneindige zachtheid vol geduld het asfalt steeds verder openbreken tot er uiteindelijk met groot enthousiasme overal metershoog ruisend riet te voorschijn komt nog verder weg richting het water de bobbelige strook basaltblokken gehuld in een breiwerk van zeewier als de dijk een bocht maakt draai ik met de wind mee om zoveel mogelijk beschutting te zoeken de noord-ooster waait mijn pet scheef mijn schaduw wappert als een zwarte vlek voor me uit zelfs in de kleine polderslootjes ontstaan golven wilgen huilen omhoog heftig hoe zo'n piepklein wolkje de hele wereld verandert als hij net de zon verstoort een rand dor geritsel van kaal winterstruif een soort schaatsvreugde overvalt me, hier ga ik als een kees de jongen loop ik in mijn zwembadpas de hele wereld rond
teja van hoften


Enkele reacties uit het gastenboek van de tentoonstelling “Het PicknickPlekProject”, gehouden in het gemeentehuis van Schouwen-Duiveland van 24 januari t/m 21 februari 2004.

“Geweldig initiatief! Er zijn spannende dingen bij!” – Saskia Eggink
“Ik vind het mooi, omdat je ‘r aan kan eten” - Nica
‘Een erg goed en origineel idee!! Hopelijk kunnen de ideeën ook uitgevoerd worden. Beschutting voor de mensen die gaan picknicken zou wel fijn zijn”. – Winny de Ruiter
“Picknickplekken moeten passen in de omgeving. Bijzonder verfrissend om te zien wat de kunstenaarsgeest ‘ontdekt’. Maar met je kont in ’t gras is pas echt picknicken”. – Joop v Ast

“DOEN” - Ger Lagerweij

“Is die ham van Krijn Giezen wel van scharrelvarkens?”

“ Ik vind het erg leuk en ik geniet al bij het idee, dat zo’n picknickplek in ons land zou staan”. – fam. Maris
“Hoop op realisatie, dit is wat ik zo leuk vind op Schouwen…..” – Ank Beekman
“Blijven denken!!” – Andries Meijsen
“Fantastisch! Het voegt iets toe aan ons mooie eiland. The art of living.” – Jessica Stein
“Als ik mag kiezen: 1 – 6 – 8. Fantastisch!” – Trees Geleijnse
“Prikkelende ideeën!!” – Jasper van der Graaff
“Wat een geweldig idee!! Vol humor! Zo is Zeeland dus ook!” – Lieke Bosveld
“Geweldig idee die picknickplaatsen. Mijn voorkeur heeft Hendrien. Nu nog hier en daar een boom (beschutting). Uitstekend”. – LvJ
 


klik op de koffer voor